Als tweede deel van een 10-daagse huttentocht in Tirol lopen we vanuit Pettneu am Arlberg omhoog, voor nóg een tocht: een 5-daagse huttentocht bij Lech. Deze Alpenregio is misschien inmiddels het meest bekend van de skivakanties van ons koninklijk huis. De voorgaande 5-daagse huttentocht in Tirol leidt terug naar het dal, bij Pettneu, waarvandaan een bus terug gaat naar ons startpunt. Er gaat ook een pad omhoog, naar de bergen aan de andere kant van het dal, waar we opnieuw hutten hebben geboekt voor het vervolg.
In Pettneu is ook een outdoorwinkel, waar Jiska nieuwe schoenen koopt en we de kapotte oude schoenen achterlaten om later op te halen. In de supermarkt slaan we mueslirepen in, we pinnen cash voor de hutten en lunchen bij de bakker. Dan beginnen we de klim naar Kaiserjochhaus, een hut die hoog boven Pettneu ligt. Na de afdaling van 1400 meter in de ochtend blijkt de klim van 1200 meter een behoorlijke opgave, maar we redden het. Onderweg zien we een eenzame gämse (gems).
Rondom Kaiserjochhaus zijn verschillende hutten in loopbereik. Daaruit kiezen we ten eerste de Frederick Simmshütte, die ten noord-oosten ligt. We zoeken de eenvoudigste route op de kaart, die, op papier, door een dal gestaag omhoog lijkt te leiden, naar een pas, vlak voor de hütte. In werkelijkheid is het eerst een behoorlijk stuk dalen en daarna direct al meer klimmen dan gedacht. De route naar de pas gaat bovendien over drie plateaus, waarvan de laatste twee telkens het vervolg aan het zicht ontnemen. Ons geduld wordt op de proef gesteld. We besluiten al te pauzeren op het eerste plateau om de murmeltiere (marmotten) te bekijken – of bekeken te worden. Een herder passeert schijnbaar moeiteloos, op weg naar het tweede plateau, waar hij zijn kudde met een paar honden verzamelt. Zijn geduld moet nog groter zijn, want zelfs nadat we gelunched hebben op dat tweede plateau, lijkt hij de groep nog niet helemaal op orde te hebben. Het is wel leuk om het allemaal op ons gemak gade te slaan.
Aan de andere kant van de pas kijken we in een dal vol stenen, dat behoorlijk wat lager pas begroeid is met gras. Verder omhoog leidt een pad naar de Wetterspitze; niet voor vandaag. Pas als we beter kijken zien we vlakbij een vijftal steinbocken (steenbokken) op een rots zitten. Een prachtig gezicht. Ze hadden ons al lang in de gaten en zijn niet bang. Het pad omlaag brengt ons na een flinke afdaling eindelijk bij de Simmshütte. Daar ontmoeten we iemand die een nog mooiere foto heeft gemaakt van de steenbokken. Een plaatje dat we jullie niet willen onthouden.
De Simmshütte wordt een beetje ouderwets gerund, door een man op leeftijd, geholpen door jonge zomerkrachten. Het is eten wat de pot schaft, zowel ‘s avonds als ‘s ochtends. De ochtend begint vroeg, want de oude man laat luid een wekker afgaan in de gang, gevolgd door een opgewekt “Gute morgen“. Het is 6 uur. Een half uur later zijn we klaar voor vertrek. We klimmen terug richting de pas en zien onderweg weer de steenbokken, nu speels vechtend op de helling boven het pad. We besluiten het pad richting de Wetterspitze op de koop toe te nemen. Op de kaart lijkt het erop dat we ook achter de daarnaast gelegen Feuerspitze kunnen afdalen richting de volgende hut. 300 meter hoger treffen we mensen die helmen opdoen, voor de laatste klim naar de Wetterspitze. We zien verder niets dat lijkt op een pad langs de Feuerspitze. De moeite is echter niet voor niets geweest. We worden getrakteerd op een onwerkelijk panorama over bijna alle omliggende bergen heen, zover het oog reikt.
We dalen weer af, tot de pas van gisteren. Voorbij de pas hoeven we slechts één plateau lager om een route te lopen richting de Ansbacher Hütte, ten zuid-oosten gelegen. De borden geven 2,5 uur lopen aan. Het pad is redelijk vlak, op stukken smal, tot we een pas bereiken aan de andere kant van de Feuerspitze. Daarna is het een aangenaam pad, dat ons langzaam steeds lager in een uitgestrekt dal tussen de bergen brengt. Beneden groeit gras over een ongelijk landschap, vol kuilen en stukken grind. Er zijn weinig mensen, er passeert slechts één groepje. We doen de tassen af en maken hier lunch voor we het laatste stuk naar de hut lopen. Nog één pas en een bocht, dan is er een mooi terras in de zon waar het gezellig druk is. We drinken wat. Daarna gaan we douchen, voor een euro per minuut. Vervolgens is het wachten tot het bergsteigeressen wordt geserveerd. We zijn die avond weer vroeg in de matrassenlager, waar we prima slapen.
‘s Ochtends zijn de benen weer behoorlijk uitgerust, dat blijft ons verbazen. We duwen elk een mueslireep naar binnen en maken ons klaar om te vertrekken. Ontbijten doen we onderweg. Buiten regent het genoeg om regenpakken nodig te hebben. Als we alles aan hebben barst een flinke bui los. Na een paar minuten vertwijfeld te hebben gewacht besluiten we maar gewoon te vertrekken. De wind maakt de handen koud, maar verder is er geen reden om te wachten. Het klaart zelfs binnen twee uur op en het wordt zonnig genoeg om dat wat nat is geworden dezelfde dag nog te drogen.
De regen maakt niet veel uit voor het uitdagende pad dat van de Ansbacher Hütte westwaarts naar Kaiserjochhaus leidt. Deze Theodor-Haas-Weg loopt langs een steile helling en vereist soms wat klauteren. Dat gaat ons goed af. Bij de Vordersee zien we een kudde gemzen en maken we chapati’s. Dan klimmen we naar de Hinterseejoch vanwaar we een mooi uitzicht over de Hintersee krijgen. Daarlangs vervolgen we de weg naar een scharte, waarna het pad makkelijker begaanbaar wordt en we vlot aankomen bij Kaiserjochhaus.
Een bord pasta bolognèse met bergsteigergetränk is daar vlot weggewerkt. We gaan deze dag nog verder naar de Leutkircher Hütte, de laatste hut op deze route. Nog eens twee uur lopen. De route valt samen met de laatste etappe van de Adelaarsweg, een langeafstandswandeling dwars door Tirol. Ook hier is de route op stukken nog uitdagend, maar dat maakt het juist wel leuk. We stappen door, want de wolken pakken zich samen. Net nadat we de hut bereiken, horen we de donder slaan; het is dan geen wandelweer meer. Gelukkig is het gezellig en warm in de gaststube. We genieten er van apfelstrudel van € 8,50 per stuk. Het veel goedkopere bergsteigeressen is worst met brood, maar smaakt beter dan verwacht. Misschien maakt honger rauwe bonen zoet. De trek wordt onverzadigbaar, dus maar weer vroeg naar bed :).
De volgende dag lopen we onze laatste etappe. Dat is nog een behoorlijke wandeling, langs een dal vol wolken. Een prachtig gezicht. We hebben de Ulmer Hütte nog even overwogen om dit stuk op te breken, maar besloten om de ronde toch af te maken door terug naar de auto te lopen. Daarmee verandert ook het gevoel bij het wandelen; het is mooi geweest zo. De stoeltjeslift bij Kappall lonkt, maar voor € 28 zijn we toch te gierig en we dalen te voet af. Die hebben we mooi verdiend als we een uurtje later door het lager gelegen Gampen lopen. Een behoorlijke klim westwaarts brengt ons bij een meertje, vlak voor de laatste afdaling naar de Arlbergpas.
De auto staat er nog, zien we van veraf. Dichterbij blijkt er wel een bon onder de voorruit te zitten, met een ansichtkaart en een boodschap van familie Neuman. De bon kunnen we bij de kiosk op de pas omruilen voor een pak hirschwurst. Een leuke verrassing aan het einde van de mooie tocht!
Blijf op de hoogte!
Ontvang een wekelijkse e-mail met de laatste blogberichten