Camper opknappen

Met het komen van het voorjaar, halen we de camper uit de stalling, maar nog niet om te rijden en te kamperen. Er zijn eerst nog een paar dingen die we moeten opknappen voor we op pad kunnen.

In de winter maakten we de camper van binnen al eens goed schoon. Het plakplastic met bloemetjesmotief van de vorige eigenaar gaat eruit, en ook het verduisteringsfolie op de ramen. Bij toeval ontdekken we dat de bijrijdersstoel kan draaien. Een verrassing want we wisten niet dat er een pilotenstoel in de camper zat en het is wel erg handig.

Gelijk nadat we de camper in de stalling hebben gezet, laten we de camper schorsen bij het RDW. Dat scheelt wegenbelasting en verzekeringskosten. Een dag voor we weer willen gaan rijden, kunnen we de auto online weer ontschorsen voor de rest van het jaar. We mogen gelijk weer rijden en binnen twee weken ontvangen we de belastingaanslag.

Ook moeten we de buitenkant van de camper opknappen. Er zitten hier en daar wat roestplekjes in hoekjes en randjes. Bij wijze van oefening proberen we eens of we dit een beetje op kunnen knappen. We schuren de plekken op met een staalborstel. Met Hammerite behandelen we al deze plekken, eerst met een grondlaag en dan met de witte of blauwe verf waarmee de rest van de auto ook is gespoten.

De laatste plekjes verven we af als de camper alweer voor de deur staat. En al snel volgt het moment waarop we de camper kunnen wegbrengen naar ReproWesty in Nieuwegein, waar we een nieuw tentdak laten monteren. Het oude doek is door vocht gaan schimmelen en de gaten zijn erin gevallen. Als we willen vertrekken blijkt de startmotor te weigeren. Dezelfde dag laten we er een nieuwe inzetten door de ANWB.

Zo worden we, doordat we de camper opknappen, langzaam wegwijs met onze camper. We moeten wellicht nog veel leren en handiger worden met het zelf oplossen van de problemen die zich ongetwijfeld met de oude auto gaan voordoen en dat hoort wat ons betreft allemaal bij het avontuur. Juist daarom gaan we binnenkort maar eens een goede trip maken!