Een dagwandeling in Serra d’Irta brengt ons hogerop. We lopen over kammen, door kloven en langs kliffen. We komen langs droge rivierbeddingen, een enkel beekje en bronnen. We passeren een oud klooster en een zo mogelijk nog oudere wachttoren om uiteindelijk weer te eindigen in de meest onaantrekkelijke woonwijk van het nabijgelegen vestingstadje Peñíscola.
Het is warm genoeg om in een korte broek en een shirtje te lopen en het warm zat te hebben. Dat terwijl het hartje winter is als we hier lopen. We kunnen ons niet voorstellen hoe warm het hier moet zijn met zomerse omstandigheden. Misschien helpt de zeewind wat, in combinatie met de hoogte, om het aangenaam te houden. De vele toegangswegen naar de randen van het park doen ook vermoeden dat auto’s met airco een veelgebruikt alternatief zijn.
We kunnen genieten van de milde temperaturen en de rust in en om het park in deze periode. We kiezen een lange wandeling, van zo’n 15 kilometer, van het noorden van het park over route PR-CV 194, die verschillende mogelijkheden kent om de afstand in te korten. Met een kaart van het toeristenbureau en een route op Komoot komen we er wel uit. Borden en geverfde wegwijzers helpen voor de rest.
We klimmen naar het klooster Ermita San Antoni en daarna de kam op langs La Mola naar Alto de la Bota. Dan volgen we de kloof zuidwaarts, tot we zo laag komen dat het water dat zich hier verzamelt uit de rotsachtige grond welt. Kort daarna kiezen we een afsnijroute, over Coll d’En Berri, waarna we afdalen tot aan de kust. Daarlangs loopt een weg, die we volgen naar Torre Badum en vervolgens terug naar het startpunt bij Peñíscola.
De paden worden geflankeerd door een voorraad provençaals kruiden voor het leven. Rozemarijn groeit in jaloersmakend grote struiken, midden in de natuur. Sommige planten staan al in een voorzichtige bloei, niet gek, want de zon schijnt volop. In de nattere delen van het park verschijnen kleine palmstruiken. Het zijn Europese dwergpalmen die de enige inheemse Europese palmsoort uit het westelijk deel van het Middellands zeegebied zijn. Dieren zien we minder, tot bijna niet. We laten hooguit af en toe een merel schrikken.
Aanvankelijk valt de wandeling genoeg mee om de ronde nog iets groter te maken dan we eerder hadden bedacht. Eenmaal op de weg langs zee is die grootmoedigheid ons wel een beetje vergaan. Mede doordat deze weg ook door voertuigen gebruikt wordt hebben we merkbaar het mooiste deel van de route wel gehad en groeit de motivatie om weer bij het einde te zijn. Het is ook weer een beetje inkomen om kilometers te maken over dit bergachtig terrein. We genieten nog van de kliffen die we langs zee passeren en lopen dan via de kortst mogelijke route de resterende kilometers dicht.
Blijf op de hoogte!
Ontvang een wekelijkse e-mail met de laatste blogberichten
Reacties
is deze route rolstoeltoegankelijk?
Hoi Margreet,
Nee, het pad is ongelijk en smal en het is behoorlijk klimmen. Langs de boulevard van Peníscola is het beter; langs zee én vlak. Direct achter de hotels, landinwaarts, ligt ook een stadspark met mooi hoog riet en een goed plankenpad. Veel reisplezier!