
Eten in Azië is compleet anders dan we thuis gewend zijn. Kliekjes lijken ze in Azië niet te kennen. Eten is eten en het begrip is nog wat ruimer dan wij gewend zijn. Weet wat je eet? Veel succes!
In China kunnen we al niet eens lezen wat er op de kaart staat. In de vitrine ligt onmiskenbaar een varkenssnuit. Eten in Azië wordt van delen dieren gemaakt die we in Nederland gewend waren om alleen op levende exemplaren te zien. In Vietnam worden de kippenpoten mét de nagels gefrituurd gepresenteerd. Kluiven maar!

In Thailand bestelt Janneke eendentong. Smaakt ook naar kip, maar werkt net even anders. Omdat de tong nog in de snavel zit, zit je eigenlijk met een dode eend te tongen. Overigens toch lekkerder dan de zwemvliezen van eenden, die blijven taai, ongeacht de hoeveelheid knoflook die er bij is gegooid.

Waar we in Vietnam nog aan een kraampje voorbijrijden waarop een geroosterde hond lijkt te liggen, blijven ze in Mongolië keurig van hun honden af. Die zijn hard nodig om de schapen te bewaken, waarvan uitgerekend de ingewanden als lekkernij gepresenteerd worden. Een grote schaal vol bloedworst, lever, nier, hart en maag wordt opgesnoept bij de thee. Yum!

Maar eten in Azië laat zich beslist niet typeren door smakeloosheid, en dan bedoel ik niet dat eten in Azië gewoonlijk behoorlijk pittig is. Er speelt hier nog iets dat we in Nederland misschien een beetje vergeten zijn: er wordt zuinig omgegaan met eten.
In die context bestaan er geen kliekjes, alleen creatieve recepten, waarmee een breder begrip van eten bereid kan worden. Van de minder gewaagde recepten nemen we er twee mee naar huis waarin we simpelweg alle groenten kwijt kunnen die we over hebben: loempia’s en boogiisoep. Slim en smakelijk!
Blijf op de hoogte!
Ontvang een wekelijkse e-mail met de laatste blogberichten