Ik zwaai naar de kapper aan de overkant van de drukke straat die we zojuist uit Pettah terug naar Fort hebben gevolgd. Hij heeft me vanochtend de coupe van Di Caprio geknipt en dus kennen we elkaar. Colombo blijkt stiekem nog een beetje een dorp.
Alles is ook op loopafstand. De historische gebouwen uit de tijd dat Colombo echt niet veel meer dan een vesting was, staan bijna allemaal in het stadsdeel ‘Fort’, dat je in één dagdeel op je gemak kan doorkruisen. Dutch Hospital, de oude centrale bank, de klokkentoren en het lighthouse; allemaal de moeite waard. En onderweg kom je nog meer bijzonders tegen.
Het meest kom je echter toch tegen in ‘Pettah’, de handelswijk van Colombo die aan één kant aansluit op Fort, aan een andere op het havengebied. Ook op loopafstand van onze kamer bij het YMCA hostel. Fijn. Pettah is een broeinest van commercie. Alles wat je maar nodig hebt in Zuid-Azië; je kan het er kopen. En dan niet in één winkeltje, nee, vaak verkoopt de hele straat min of meer hetzelfde.
Met een koek en een cupcake voor samen dertig eurocent sjokken we over de drukke stoep naast een file van tuktuks en volgeladen vrachtauto’s terug naar ons hostel in het centrum van de stad. Colombo mag dan best een beetje schattig klein zijn, wij hebben alweer trek in een beetje rust. Een dag of twee is geneog om van deze stad te genieten!
Blijf op de hoogte!
Ontvang een wekelijkse e-mail met de laatste blogberichten