
Met een lengte van 14 kilometer en een hoogte van 400 meter zijn de kliffen van Latrabjarg meer dan de moeite waard. Niet alleen vanwege de enorme uitzichten over zee, maar vooral om alle dieren die hier te zien zijn.
De kliffen van Latrabjarg zijn vooral bekend om de hoeveelheid vogels die tegen de kliffen aan wonen. De grootste kolonie alken schijnt hier te zijn, de papegaaiduikers schijnen hier totaal niet bang te zijn voor mensen en ook zijn er volgens verschillende reisgidsjes zeehonden en walvissen te zien. Zeker dus de moeite waard om de 40 kilometer lange rit over de gravelweg te maken.
Na nog geen 100 meter over de kliffen van Latrabjarg te hebben gelopen, zien we de eerste papegaaiduikers. Ze hebben hun holletje boven aan de rand van de kliffen gemaakt dus we kunnen aardig dichtbij komen. Net daaronder zien we verschillende nesten van meeuwen met soms nog een jong erop. De vogels vliegen af en aan met veel lawaai.

De volgende klif is meer wit dan zwart door alle vogelpoep die er op zit. Bijzonder om te zien als je bedenkt hoe groot het oppervlakte van de rotswand is.
Om dichtbij de papegaaiduikers te komen, gaan we zo stil mogelijk op de rand van de kliffen liggen.

Ze hebben daar totaal geen last van en ze komen dichtbij genoeg om hun bijzondere snavel te laten zien. Papegaaiduikers hebben geen harde roep, maar als je dichtbij genoeg bent, kun je het wel horen.

De zeekoeten zijn wat moeilijker op de foto te zetten, omdat die een stuk lager op de klif leven dan de papegaaiduikers. Toch vangen we een glimp op van deze vogels, die best wat van pinguïns weghebben. Dit vooral vanwege hun witte buik, korte staart en ver naar achter geplaatste poten. Ook het geluid van de zeekoeten doet aan een pinguïn denken.

Na een leuke wandeling langs de kliffen, lopen we terug naar de auto als een man “whale” roept. Wij kijken meteen in het water en zien een grote vin boven het water uitsteken. Dit is echt geen walvis. Hij heeft een veel te grote vin en gaat veel te snel door het water. Wat is het dan wel? We denken aan een orka, maar kan dat echt hier?

Een groepje van drie grote vissen met een witte vlek op de kop maakt het voor ons toch echt duidelijk dat het orka’s zijn. Zeker als we zien dat er zeehonden op de rotsen langs de kust liggen en de orka’s constant heen en weer zwemmen. Hoe bijzonder is dat? We nemen dan ook nog gerust een uurtje de tijd om de orka’s te bewonderen. Dat is eenvoudig te doen, omdat ze continu heen en weer zwemmen, op jacht naar zeehonden. Ze zwemmen van drie kanten tegelijk de baai in, op zoek naar hun prooi, om vervolgens weer weg te zwemmen en na een kwartiertje weer terug te keren. We genieten volop!

Blijf op de hoogte!
Ontvang een wekelijkse e-mail met de laatste blogberichten
Reacties
Gaaf he!
Wij hebben toen geen Orca’s gezien hier maar wel op een andere plek. Dus dat is zeker mogelijk in IJsland!
De Papagaaiduikers zijn zeker niet bang. Tijdens het broedseizoen is de enige keer dat ze aan land komen en kennen dus geen angst voor mensen. Dit is niet alleen hier zo maar overal waar ik ze tegen ben gekomen 🙂
Hoi Jeroen,
Bedankt voor je reactie. Leuk! Het is inderdaad erg leuk om te zien hoe dichtbij de papegaaiduikers komen.