Leven in Figuig aan het einde van de wereld

Leven in Figuig aan het einde van de wereld

geschreven door Pim op

In één van de tuinen van Ksar Zenaga stelt onze gids ons voor aan Mustafa, die land en bedrijven heeft in Figuig. Hij is ergens in de 30, wat verlegen en laat ons stil zijn land zien. De lokale gids vertaalt onze vragen en hij legt wat uit over de producten die van het land komen. Hij loopt een eindje met ons op als we over zijn land doorlopen op onze tour langs de hoogtepunten van Figuig. Ik praat nog wat verder, direct met hem in het Frans en hij komt wat meer los. Hij vertelt over zijn bedrijven en nodigt ons uit om te komen kijken op zijn boerderij, bij de bergen, waar hij vee heeft. We kunnen er thee komen drinken en krijgen zo een inkijkje van het leven in Figuig aan het einde van de wereld.

Natuurlijk gaan we op zijn vriendelijke uitnodiging in, en ook Liesbeth en Wim, twee Nederlandse reizigers die we op de camping ontmoetten en de gids hebben geregeld, zijn daarvoor in. Om twee uur spreken we af bij onze camping bij Hotel Figuig, met onze gids, Ikram, een jonge meid, en Mustafa, die op een dirt-bike voorrijdt. We rijden achter hem aan de stad uit, recht op de Algerijnse grens af. We komen langs het nieuwe ziekenhuis, in aanbouw, en laten al snel het asfalt achter ons voor een kort ritje op zanderig gravel, voordat we stoppen bij een betonnen constructie, dat het huis in aanbouw is van Mustafa, bij de boerderij van hem en zijn broer.

In bijgebouwen staan vee en een pomp. De pomp voedt een ten dele geautomatiseerd irrigatiesysteem van zwarte buizen, waarmee een met hekken omheinde palmeraie wordt voorzien van water. Er staan veel palmen en er zijn bedden vol wortels, koolrabi en andere groenten. Het heeft alle schijn van een succesvolle boerderij, maar Mustafa vertelt dat het grotendeels een hobby-project is. Hij verkoopt geen groenten; het is voor eigen gebruik of om uit te delen. De verwondering groeit, zelfs bij de gids, die Mustafa, giechelend, ook verder leert kennen.

We slenteren samen tot het eind van zijn land, waarna niets rest dan een brede strook land tot de grens van Algerije. We kunnen op de nabijgelegen bergen de militaire posten zien liggen. Ik vraag of we theoretisch gezien dichterbij de grens zouden kunnen komen. Een fractie van een moment later komen twee militairen in een Landrover aanrijden. Ze stoppen even voorbij ons, want er moet iets worden recht gelegd in de achterbak van de pickup. Mustafa knoopt een gesprekje aan en ik heb al spijt van mijn vraag. Hij keert echter terug met geruststellend nieuws: het zou ingewikkeld zijn om een permit te krijgen.

Buiten de boerderij, in een primitieve tent, leeft een gezin dat zorgt draagt voor de dieren van Mustafa. We worden uitgenodigd om een kijkje te nemen en kruipen één voor één door de lage ingang, langs een vuurtje met een ketel en pannen, naar een gedeelte waar net genoeg ruimte is om samen met vooral de vrouwen van het gezin te zitten. De mannen blijven in een ander gedeelte achter een scheiding in het midden van de tent, van doeken en, opmerkelijk, een grote koelkast. We worden voorgesteld aan de moeder, die naast me zit, vader, achter de scheiding, dochter, bij de koelkast, tante met dochter, naast haar zus, en een aantal zoons, jonge jochies nog, die verlegen staan te kijken bij de opening van de tent. Tot slot wordt vanachter mij nog een kind uit doeken gepakt, dat al die tijd al achter mij lag als een schijnbaar comfortabel kussen. Het is de jongste zoon, vier maanden oud. Hij wordt zonder omwendselen aangelegd voor zijn voeding. Wij worden ondertussen uiterst gastvrij bediend van thee, brood, koekjes en pinda’s op een schaal tussen ons in, terwijl we alles kunnen vragen wat we willen.

We drinken ook nog wat na in het huis van Mustafa en kunnen dan met hem en Ikram vrijuit verder praten over het leven in Figuig, traditioneel en eenvoudig, in contrast met het leven dat ze kennen in Oudja, Fes en Casablanca. Er zijn dromen en zorgen. Tradities en verwachtingen van de gemeenschap maar ook het gebrek aan kansen voor werk en goede zorg zijn grote uitdagingen voor de jongeren in het Figuig aan het eind van de wereld. Het sluiten van de grens heeft de stad geen goed gedaan. Er is leegloop, veel land verdroogt en vervalt, alleen de oude muurtjes herinneren nog aan eigenaren die hun geluk elders zijn gaan zoeken. Mustafa stort zich in zijn werk aan het eind van de weg. Ikram, nog wat meer vertwijfeld, kijkt nog een beetje de kat uit de boom maar luistert ook geboeid naar het verhaal van Mustafa, over zijn werk, landerijen en huizen in niet alleen Figuig, maar ook Oujda, Fes en Casablanca, maar ook over een verloren liefde en, constateert Ikram, een gebroken hart.

Het is wat moeilijker afscheid nemen daarna, want we hebben elkaar snel verder leren kennen. Ikram, onder de indruk gebracht van het verhaal van Mustafa, wil zelf ook maar wát graag een kijkje nemen in een ander huis van hem, elders in de stad. Voor we het weten staan we aan de rand van een mooi zwembad op een terras, dat uitkijkt over nóg een palmeraie. Uit Ikram komt dan bijna alleen nog maar gegiechel en we kunnen ons inmiddels écht niet meer aan de indruk onttrekken dat we een goed dekmantel vormen voor een samenzijn waarover anders wellicht geroddeld zou worden in de kleine straatjes van Figuig..

Blijf op de hoogte!

Ontvang een wekelijkse e-mail met de laatste blogberichten

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Reacties

    Liesbeth Wessels
    16 jan 2020

    Leuk ik geniet er weer van.

Reageer of stel een vraag

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Verplicht voor reageren.

Let op: Je gebruikt een oude browser met beveiligingsrisico's waarin deze website niet goed werkt.
Gebruik Chrome of kijk op Browse Happy om een nieuwe browser te installeren.