Meerdaagse kanotocht op de Allier en Loire

De Allier mondt uit in de Loire dichtbij Nevers. Het natuurgebied rond deze plaats heet Bec d’Allier en is onze eerste stop. Beide rivieren worden het grootste deel van de tocht behoorlijk vrij gelaten in hun loop, waardoor zijarmen, zandbanken en eilanden ontstaan. Op de anders onbereikbare eilanden kunnen we heerlijk privé kamperen met onze tent. Daar bereiden we zelf gedroogd eten tot een warme maaltijd en zwemmen we lekker in de rivier om ons op te frissen (met lekkere biologisch afbreekbare douchegel). De meeste nachten brengen we zo in alle rust door. Op delen van de rivier met minder eilanden gebruiken we campings aan de rivier.

Verschillende obstakels dwingen wat voorzichtigheid en voorkennis af. Nieuwe en vooral oude bruggen, dijken, dammen en stuwen kunnen het water onberekenbaar in beweging brengen, met soms als gevolg dat uitstappen noodzakelijk is. Bij zo’n portage dragen we eerst de bagage en dan de kano over de oever langs de barrière. Voor de zekerheid dragen we ook goede reddingsvesten. We peddelen erg voorzichtig op de eerste dam af, maar we worden er handiger in om risico’s in te schatten en een goede plek langs de rivier te vinden om zulke punten even vanaf de oever te checken. Vooral bij oude bruggen kunnen we met zo’n check vaak de ‘beste boog’ vinden om makkelijk te passeren over een leuke stroomversnelling. Gedetailleerde informatie over de route vinden we aanvankelijk online, maar beter in het boek: ‘La Loire vue du fleuve‘.

We gebruiken voor deze tocht onze opvouwbare kano. De kano blijkt zeker geschikt voor een meerdaagse kanotocht over de Allier en de Loire. Er kan veel bagage mee en de kano houdt het goed. We repareren na de tocht enkel een paar kleine gaatjes in het zeildoek boven de waterlijn bij de voor- en achtersteven. We weten niet precies hoe dat gekomen is. We zien ook andere mensen met dezelfde kano op de Allier. Op de Loire zien we een aantal mensen met opblaasbare kano’s. Zij vertellen dat dichter bij de bron (van de Loire in dit geval) de kans op schade groter is, door wilder water met veel stenen. Toch kunnen ook zij hun tocht afmaken. De opvouwbare kano nemen we aan het eind van de meerdaagse kanotocht op de Allier en de Loire mee in de trein, om zo met alle bagage weer terug te komen bij het vertrekpunt.

Kano’s kunnen ook gehuurd worden op talloze punten langs de rivier. Daar worden hardplastic kano’s en kayaks geboden die bijna alles kunnen hebben. Gewoonlijk worden dagtochten of tweedaagse tochten aangeboden, waarbij je aan het eind van de route weer wordt opgehaald. Wij hoeven geen rekening te houden met een verhuurder en zijn vrij om de tocht de versnellen of te verlengen, wat een heerlijk gevoel van vrijheid geeft. Daar maken we goed gebruik van, want aanvankelijk ging het plan niet verder dan Orléans. We winnen wel informatie in over de route bij de kanoverhuurder in Le Veurdre, die ons waarschuwt voor de hoge waterstanden voor deze tijd van het jaar en ons het meest kan vertellen over nabijgelegen obstakels.

Op de oevers van de rivier wisselen natuur, landelijke gebieden, dorpen en steden elkaar af. We varen door verschillende natuur- en cultuurhistorische gebieden, zoals Réservé Naturelle du Val de Loire, Natura 2000 gebied en het Loire gebied zoals dat op de werelderfgoedlijst van UNESCO staat. De 170 kilometer van Nevers tot Orléans kan getypeerd worden door eilanden en oude kanalen. Daarna, tot en met Saumur zetten kastelen en andere oude gebouwen de toon boven dijken en strakke kades. We passeren elke dag meerdere dorpjes of steden. Dat is praktisch voor een vers stokbrood, water en andere boodschappen of een lekkere lunch, maar vaak ook interessant door musea of lokale geschiedenis. Veel dorpen kennen een historie van heftige overstromingen van de Loire. Bovendien zien we onderweg ook de rivieren de Cher en Vienne, die uitmonden in de Loire.

Hoogtepunten van alle menselijke activiteit die rondom de rivier bestond en bestaat, zijn de kanaalbruggen en sluizen van het Canal Latéral à la Loire bij Briare en de oude binnenvaartschepen die nog behouden zijn uit die tijd. Het Loire museum in Cosne-Cours-sur-Loire vinden we een bezoekje waard, net als het Pavillon du Milieu de Loire in Pouilly-sur-Loire. Kanoën dwars door Orléans, Blois en Tours is een leuke manier om op ons gemak iets van deze steden te zien. Tijdens een rustdag in regenachtig Beaugency verkennen we het sfeervolle historische centrum met een paar lekkere restaurants. Meer steden hebben mooie kastelen en Saumur krijgt als eindpunt met een imposant kasteel ook onze aandacht. Saumur heeft bovendien een historisch stadsgezicht en gezellig centrum. Hier zien we ook de eerste tekenen van het ‘maritieme’ deel van de Loire, die vanaf hier voor grotere schepen bevaarbaar wordt tot de Atlantische Oceaan.

Tussen al de menselijke belangen bij de rivier zien we ook de natuurlijke kant van het leven in en om het water. We zien talloze sternen, aalscholvers en verschillende reigers. We spotten bijeneters en oeverzwaluwen, ijsvogels, visarenden en de zwarte wouw. Op het water kunnen we stilletjes bijzonder dicht langs herten komen, die verkoeling zoeken aan de oevers van de rivier. We zien ook vaak beverratten aan de oevers, die – als ze ons zien aankomen – het water inglijden en onderduiken. Al deze dieren houden er hun eigen gewoontes op na, ontdekken we gedurende de tocht. Zo zien we de ijsvogels het meest op koelere momenten, aan het begin en eind van de dag en herten en beverratten vaak net even voor of na een dorp, waar het rustig is langs de rivier. Hoge uitgesleten oevers verzekeren ons in de tijd van het jaar van een kolonie bijeneters, waarvan de jongen inmiddels al uitgevlogen zijn.

Het kan geen verrassing zijn dat we met overtroffen verwachtingen terugkijken op een fantastische meerdaagse kanotocht op de Allier en de Loire!