We kopen ‘s ochtends alvast ons eerste Vietnamese treinkaartje bij loket 13 in Hanoi, het laatste loket en het enige waar de spoorbeambte Engels spreekt. ‘s Middags staan we daar weer, als we ons kaartje weer in willen leveren. Typhoon Haiyan vertraagt ons wat, maar uiteindelijk treinen we van Hanoi tot Saigon in twee lange ritten.
Gezien het traject dat de typhoon gaat afleggen, ongeveer dezelfde als wij in tegengestelde richting met de trein willen gaan doen, besluiten we op het station nog even na te vragen of dat wel veilig is. Het korte antwoord is ja. Het lange is dat we het punt waar de storm aan land komt, een half uurtje ervoor passeren. In onze beleving is dat antwoord eigenlijk nee. Het lijkt ons niet veilig op die plek in de trein te zitten. Ons geld kunnen we dan niet meer terug krijgen, maar nadat ik lang genoeg doe alsof ik dat niet begrijp krijgen we toch nog 90% van de ticketprijs terug.
Een paar dagen later nemen we alsnog de trein. De vertraging die we bij vertrek oplopen halen we door de nacht heen keurig in. We razen over het spoor en schudden in onze bedden. Meer dan eens vraag ik me in halfslaap af of we nog wel op het spoor rijden. Als ik uit bed en over de bagage van onze coupegenoten ben geklommen kan ik in het gangetje zien dat we prima voortgang maken. We passeren net een soort begraafplaats, die zich over kilometers uitstrekt. De donkere heuvels liggen bezaaid met grafstenen.
De ijzeren weg, zoals zij dat zo mooi noemen, werd aangelegd door de Fransen, die dat destijds vast prima gedaan hebben, maar in recentere jaren, nadat de Vietnamezen zich hebben vrijgevochten, natuurlijk niet meer voor het onderhoud hebben gezorgd. Het spoor functioneert wel, maar hobbelt behoorlijk. Niettemin blijft het een bijzonder traject. In 14 uur rij je van Hanoi in Da Nang; in 17 uur rij je van Da Nang naar Ho Chi Minh City (Saigon). Vlak voor Da Nang zien we het mooiste stukje.
Zoals in veel Aziatische landen, zijn er net wat meer klassen in de trein dan we in Nederland gewend zijn. We kiezen eigenlijk altijd voor de hard sleeper. Je krijgt dan wel een redelijk zacht matrasje, het ‘hard’ gedeelte heeft meer met de potentiële (geluids)overlast van je medepassagiers te maken. In een hard sleeper coupé zijn zes bedden, in een soft sleeper coupé vier. Ons maakt dat niet zoveel uit en voor een hard sleeper kaartje betaal je minder.
Na een bezoek aan Hoi An, dichtbij Da Nang, maar niet aangesloten op het spoornetwerk, rijden we het tweede gedeelte naar Saigon. Vanwege overstromingen in Hoi An zijn treinkaartjes gewild. De trein zit vol. We delen de coupe met een gezin van acht. De kleintjes kunnen de vier bedden, die overblijven als wij op onze bedden bovenin de coupe zijn geklauterd, delen met de volwassenen. Will, onze Engelse reisgenoot die we enkele dagen eerder ontmoette, ligt een paar coupés verder. We zien hem een paar keer als we op weg zijn naar de Spartaanse wc’s. Moe besluiten we bij aankomst in Saigon de kosten voor een taxi te delen, zodat we snel een lekker zacht bed voor net zo’n zachte prijs in een hotelletje kunnen opzoeken.
Blijf op de hoogte!
Ontvang een wekelijkse e-mail met de laatste blogberichten