Naar een eiland in het Titicacameer

geschreven door Pim op

Onze boottocht over het Titicacameer wordt een meerdaagse tour met een homestay op één van de eilanden aan de Periuviaanse zijde van het meer. We blijven één nachtje over en krijgen een inkijkje in het leven zoals het hier al lang gaat én dat vlot verandert. Daaromheen is er gelegenheid voor een paar mooie wandelingen.

We brengen een bezoek aan twee eilanden in het Titicacameer: Amantaní en Taquile. De eilanden liggen op zo’n 1 à 2 uur varen van Puno, dichterbij het schiereiland Capachica, van waar volgens Google Maps ook boten vertrekken. Wij combineren de stad Puno en het Titicacameer en brengen eerst een bezoek aan de Uros-indianen voor we doorvaren naar Amantaní.

De boottocht naar de eilanden is op zichzelf al mooi. Het meer kleurt hier mooi blauw onder een zonnige hemel. Het verder uitvaren geeft ook een beter beeld van de uitgestrektheid van het grootste meer van Zuid-Amerika, dat we beginnen te verwarren met een zee. Van golven is echter geen sprake, hooguit wat door meer van dezelfde soort bootjes die ook dezelfde kant op lijken te gaan.

Halverwege de middag naderen we Amantaní, een bijna rond eiland met een vulkanische oorsprong. Het rijst als een aardige heuvel op uit het Titicacameer. Rondom zijn de hellingen bijna volledig ingericht op landbouw, met aangelegde terrassen. We leggen aan bij een eenvoudige pier aan de noordwestzijde van Amantaní, vanwaar we te voet verder kunnen.

Het is een kort klimmetje naar het dorpsplein, dat met een snelle blik door haar zijstraatjes met uitzicht op het meer bijna mediterraans aanvoelt. Veel tijd voor die vergissing is er niet, want we worden er onthaald door onze gastvrije hosts in traditionele klederdracht. Na een vlotte opdeling van de groep mogen we meelopen naar het huis van Gladis. Een kleine vrouw met een innemende glimlach, die ons voorgaat door één van de straatjes die van het plein af leidt.

We zijn gewaarschuwd voor de eenvoud van de homestay, maar vinden achter een voordeur een gezellige binnenplaats met een balustrade waaraan drie kamers zijn klaargemaakt voor ons deel van de groep. Daarnaast is in een gedeelde ruimte de aanleg van een toilet en douche al ver gevorderd. Stromend water is er nog niet, maar het toilet kunnen we doorspoelen met een emmer. Onze handen kunnen we wassen onder een vat water met een kraantje, waarnaast een flesje handzeep staat.

We installeren ons. Gladis is ondertussen voor ons druk in de keuken. Haar handen staan sowieso nooit stil, geloof ik. Na een onbewaakt moment ligt haar handwerk ter verkoop uitgestald op de tafel op de binnenplaats. Een tasje met bloem, fruit en wat lekkernijen is welkom. Het zonnetje schijnt heerlijk op de binnenplaats en vanaf de balustrade kunnen we dit eenvoudige leven even goed waarderen. Er is nauwelijks elektriciteit op de eilanden en er rijden geen auto’s, het is er dus rustig en stil. Paarden worden inmiddels wel vervangen door motoren, maar het meeste wordt te voet gedaan.

Ook wij kunnen gaan wandelen. Doel kunnen de toppen van het eiland zijn, Pachamama en Pacahatata, namen in de lokale taal Quecha die respectievelijk Moeder en Vader Aarde aanduiden. Dat zijn klimmetjes van een paar honderd meter, en vergis je niet, met het Titicacameer op 3812 meter hoogte, klim je dan naar zo’n 4100 meter boven zeeniveau. We kiezen een wandeling langs een hoogtelijn, over betonnen paden waarlangs tegen het eind van deze dag de schapen naar stal worden geleid.

Met het vallen van de avond zijn we terug op het dorpsplein, waar in café “La Plaza” bier wordt geserveerd aan een lange tafel. Een Starlink router bedient de groep van snelle WiFi in deze uithoek van de wereld, misschien een meevaller. Toch wordt het pas echt interessant als de gids nog eens het woord neemt. Hij is ervaren en kent de vragen van de toeristen; één in het bijzonder memoreert hij: “als de toeristen niet meer zouden komen, kunnen jullie dan overleven hier op deze eilanden?”.

Het antwoord begint met een wedervraag: “waarom zijn jullie hier?”. Die gaat rond en zet ons aan het denken. Het antwoord is voor iedereen verschillend, persoonlijk. Voor mij was de zonsondergang van zo-even al reden genoeg. Ik had het Titicacameer met z’n grappige naam – bedacht ik me – vroeger altijd als een onbereikbare bestemming bedacht; op hoogte en in het binnenland van Peru leek dat te ver. De zon zien zakken boven het meer, deed me beseffen dat er een droom van me uitkwam. De gids zelf heeft ook een antwoord op zijn vraag.

“Toeristen”, zegt hij zonder omhaal, “brengen geld. Geld geeft ons keuzes”. Dat geeft geld om een huis te huren in Puno, waar je een baan kan zoeken en uiteindelijk wat grond te kunnen kopen. Geld geeft de gelegenheid om kinderen een opleiding te laten volgen. Ze kunnen dokter worden, advocaat. Met geld kan Gladis een douche aanleggen, om een breder publiek van toeristen aan te trekken. “En ja, zonder dat geld kunnen we hier ook overleven, zoals we dat altijd al gedaan hebben”.

We zien het hele spectrum de volgende dag. Onderdeel van de excursie is om ons in lokale klederdracht op het dorpsplein te verzamelen. Er worden foto’s gemaakt waarna we met een korte boottocht overgebracht worden om een paar uur op het andere eiland door te brengen: Taquile. Ook dit langgerekte eiland is van oudsher ingericht op landbouw, maar meer mensen lijken zich hier op toeristen te richten. Een korte wandeling over goede paden naar het dorpsplein brengt ons tussen andere, grotere, groepen toeristen. Er worden volksdansen opgevoerd en fooien verdiend. Eén klein winkeltje aan het plein, dat koffie en broodjes verkoopt, doet goede zaken.

Het ligt er voor onze groep wat té dik bovenop, maar de betekenis van het verhaal van gisteren zou nog vers in het geheugen moeten zitten. Hier worden kansen gepakt. Tegelijkertijd komt er ook een herder het plein op, achter een kleine kudde schapen die een ander zijstraatje in wordt geleid. Ook als we verder wandelen zien we nog die dualiteit, verdienen aan toeristen gebeurt hier nu naast het in stand houden van de oude manier van overleven. Maar een paar kinderen zitten al bij een kleedje met handgemaakte van wol nagemaakte bloemetjes.

Die mooie betonnen paden waarover we nog een fijn ommetje kunnen wandelen met prachtige uitzichten, zijn allemaal aangelegd met de opbrengsten van de entreekosten die de bewoners hebben ingesteld voor de eilanden. Daaruit is ook een huis in Puno gekocht voor de gemeenschap, waar mensen terecht kunnen die noodgedwongen tijdelijk naar het vasteland moeten, bijvoorbeeld door ziekte. Ook zwangere vrouwen kunnen daar tijdig in de buurt van een ziekenhuis verblijven, wat de risico’s flink kan verlagen.

Hogerop het eiland genieten we bij een lunch aan een lange tafel, met nóg een machtig mooi uitzicht over het helderblauwe meer, al na van alle nieuwe indrukken, voor we het pad naar beneden volgen naar de steiger waar onze boot weer vertrekt. Tegenliggers zijn locals, die met zware zakken op hun rug naar boven ploeteren. Hier had ik nog wel wat langer willen rondkijken. Het bezoek aan het Titicacameer zal me nog lang bijblijven!

Blijf op de hoogte!

Ontvang een wekelijkse e-mail met de laatste blogberichten

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Reageer of stel een vraag

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Verplicht voor reageren.

Let op: Je gebruikt een oude browser met beveiligingsrisico's waarin deze website niet goed werkt.
Gebruik Chrome of kijk op Browse Happy om een nieuwe browser te installeren.