Met de grootste lens op onze camera sluipen we door de jungle bij Mulu op zoek naar een gekleurde vogel die de Hornbill wordt genoemd. In het Nederlands worden vogels van deze soort neushoornvogels genoemd en ze zijn bijzonder om te zien. In veel landen in Zuid-Oost Azië kan je ze tegenkomen, maar het valt niet altijd mee om ze te spotten.
In Khao Yai National Park, Thailand, besteden we een groot deel van de ochtend van een eendaagse tour aan het vogel spotten. Nu vinden we het leuk om een mooie vogel te zien, maar we zijn niet bij uitstek vogelspotters. De gidsen van verschillende groepen komen echter allemaal op het bericht af dat er neushoornvogels in een boom gespot zijn, dan moet het toch wel de moeite waard zijn. Door een telescoop kunnen we de vogel van dichtbij zien.
We zien een grote zwart witte vogel met een zwart witte kop met daarop een grote gele snavel. Op het eerste gezicht heeft het veel weg van een toekan. Opvallend is echter juist de uitstulping bovenop de snavel die de vogel zijn naam geeft. Het is een soort hoorn. Hier zie je een groot verschil met de toekan, die niet nauw verwant is de neushoornvogel. In Thailand zien we de dubbelhoornige neushoornvogel, een van de grootste soorten.
Terwijl we eerst ons best moeten doen op zo’n grote afstand de vogel te zien, blijkt al snel dat ze voor een ervaren vogel spotter een makkie zijn; neushoornvogels vallen nogal op. De kleuren verraden de vogels, maar ook de grootte, zeker als het de dubbelhoornige variant betreft. Bovendien doen ze niet echt hun best om verborgen te blijven. Onhandig zitten ze met hun grote vleugels te slaan om in evenwicht te blijven op de kleine takken van een boom waaraan hun favoriete besjes groeien. Eleganter zijn ze als ze vliegen.
In Gunung Mulu National Park, Maleisië, krijgen we weer een kans om de vogel te spotten, maar hier valt het beslist niet mee, terwijl er toch acht soorten van de neushoornvogel voorkomen. De dichte begroeiing maakt het moeilijk om de vogels op een afstand te ontdekken en ze zijn best schuw. Vaak horen we ze alleen wegvliegen, dat maakt een bijzonder geluid; je hoort de vleugels de lucht verplaatsen. Soms zien we dan tussen de boomtoppen door de vogels vliegen, maar dat gaat te snel voor de camera. Zelfs tijdens de canopy trail en vanuit de observatietoren lukt het niet.
Gelukkig krijgen we aan het einde van de reis door Maleisië nog een kans op het eiland Pulau Pangkor. Langs het strand zien we verschillende keren een kleinere variant van de neushoornvogel. Ook langs het straatje naar het hostel zijn de dieren vaak te vinden, vooral omdat ze worden gevoerd door de hostel eigenaren. De dieren weten precies hoe laat ze moeten komen opdagen voor een snack. Bij Nipah Guesthouse komt zo bijna elke ochtend een half tamme neushoornvogel buurten.
Blijf op de hoogte!
Ontvang een wekelijkse e-mail met de laatste blogberichten