Rare vogel in Khao Yai

Tijgers, beren en zelfs de laatste wilde olifanten van Thailand. Het behoort allemaal tot de mogelijkheden als we een dagtour doen door Khao Yai, het oudste National Park van Thailand. We zien een rare vogel.

Natuurlijk moet je geluk hebben, de kans dat je een tijger ziet is ongeveer zo groot als de kans dat je de loterij wint. De vraag is wat je liever wilt. Toch trekken we door de jungle en zien gibbons ons op weg naar een uitkijktoren. Daar hebben we een mooi uitzicht met weinig ander leven dan toeristen.

Bij een, niet noemenswaardige, waterval ligt pal boven ons hoofd een appeltjes groene slang te chillen. Z’n partner ligt even verderop. Nadat we op ons gemakkie een paar foto’s hebben geschoten verteld de gids dat hij best giftig is.

Makaken zijn het brutaalste en worden, tegen de regels, beloond voor dit gedrag door sommige kortzichtige toeristen die ze voeren vanuit hun autoraam. Onze gidsen maken er werk van om ze te berispen. Dat vinden wij dan weer opvallend voor dit (relatief) regeltjesarme land.

Toppunt van de dag blijft het spotten van de ‘Great Hornbill’. Deze rare vogel heeft een enorme snavel en doet het goed in Khao Yai. We spotten er al een paar als we het park nauwelijks in zijn en kunnen dan al een poging wagen om er een paar mooie plaatjes van te schieten. Gedurende de dag zullen we ons blijven verbazen als we er nog meer zien.

Tot slot rijden we een uur of twee rond tot de zon ondergaat. We rijden langs ‘salt-licks’. Plekken waar olifanten de modder consumeren voor onmisbare mineralen en zouten in hun dieet. Helaas, we zien geen olifanten. Als troost krijgen we, van ver, nog een ‘Cat Bear’ te zien. Het lijkt een soort kruising; snorharen, berenoren, berenklauwen en een katachtige staart. Het werkt zich een weg door een hoge boom op zoek naar alles dat eetbaar is.

Khao Yai is, voor een trip vanuit Bangkok, zeker de moeite waard! De trein brengt je er in zo’n vier uur. De bus, wordt gezegd, in maar twee. Ga voor een gids, dan zie je meer. Onze dagtour vanuit een nabijgelegen slaapgelegenheid kostte 1300 Bath, inclusief vervoer, lunch en de entreeprijs voor het park (400 Bath).