Nooit hadden we eraan gedacht om een rondreis door Namibië te maken, totdat we dat geadviseerd kregen van verschillende andere reizigers. In ongeveer drie weken leerden we het land en haar inwoners kennen als heel toegankelijk en uitzonderlijk mooi. Van een overvloed aan wildlife tot oneindig zand, het kan bijna niet op. Met een 4×4 met daktent genieten we heel erg van dit bijzondere land. In dit reisadvies voor een rondreis door Namibië lees je terug welke route we volgden. Alle prijzen zijn gebaseerd op onze reis met 2 personen.
We halen een 4×4 met daktent op bij Advanced Car Hire. Na een goede instructie en inkopen doen kunnen we op weg naar het Waterberg Plateau National Park. Daar kunnen we mooi wandelen en van het bijzondere wildlife genieten.
In Grootfontein doen we boodschappen voor een wat langere periode, zodat we een voorraad hebben voor de meerdaagse safari in Etosha National Park. We rijden tot de rand van het park, waar we de nacht doorbrengen op de Onguma Tamboti Campsite. Een goede keus, want bij het waterhole op de camping spotten we een jachtluipaard!
Na de entree van Etosha National Park doorkruisen we een dag lang het noordoosten van het enorme park. We zien al veel dieren voor we bij Namutoni zijn, één van de plekken in het park waar je kan overnachten in Etosha National Park op een kwartier van de oostelijke ingang van het park. Rond Namutoni maken we een mooie rit langs een aantal waterplaatsen en zien bijzonder wild. We haasten ons tenslotte naar Okaukuejo, een andere plek in Etosha National Park waar we overnachten.
Centraal in Etosha National Park ligt de Etoshapan, die je ook goed kan zien op satellietfoto’s. We rijden een dag op safari langs de zuidkant rondom Halali Camp, ook een plek met overnachtingsmogelijkheden. Hier zien we onder andere een hyena, giraffen, neushoorns en leeuwen. Het uitzicht over de Etoshapan bij de Etosha Pan Lookout is ook leuk om te bekijken. We slapen weer bij het Okaukuejo Camp.
De schijn bedriegt op veel kaarten; het Etosha National Park strekt zich nog een heel eind uit naar het westen. Omdat we de tijd hebben besluiten we het park via de westelijke Galon Gate te verlaten. Dat is goed voor een hele dag rijden door mooie landschappen met wederom veel wildlife. We kunnen er geen genoeg van krijgen! Toch komt er een eind aan al het moois. We nemen even de tijd om alle mooie beelden en herinneringen een plekje te geven, in Kamanjab.
Tot deze dag hebben we de 4×4 nog niet echt nodig gehad. Ook de rit naar Warmquelle is goed te doen met een eenvoudigere auto. De kampeerplaats van vandaag is echter wel wat moeilijker te bereiken met een gewone auto. Zeker als je deze plek benadert vanuit het oosten, zoals wij doen. We moeten het laatste stukje over flinke rotsen om uiteindelijk in de oase te komen die de Ongongo Waterfall Campsite is.
Een 4×4 is handig voor een rondreis door Namibië, maar een must voor de rit naar Purros. Die gaat over zanderige wegen. Met een volle tank vangen we de rit aan, want we moeten het hele stuk weer terug om weer te kunnen tanken. De GPS blijkt onmisbaar voor ons. Purros is een onwaarschijnlijke plek voor een dorp, dat haar bestaan geheel dankt aan een bron die ontspringt aan de heuvels in de buurt van het dorp. Daar komen ook zeldzame woestijnolifanten op af, die we na wat zoeken met een lokale gids vinden!
We rijden vanuit Purros door naar het zuiden, tot een punt waar we onze opties nog even kunnen overwegen: de Aba-Huab campsite. We maken van de gelegenheid gebruik om in dit gebied de zogenaamde ‘Organ Pipes’ (formaties van doloriet in langwerpige staven, zoals orgelpijpen) en een levend museum van de Damara-stam te bezoeken.
Na de warme dagen die we tot nu toe hebben gehad spreekt Torra Bay als kustplaats tot de verbeelding. Over elke heuvel hopen we de zee te zien, maar dat laat nog even op zich wachten. Eerst moeten we een permit kopen voor het Skeleton Coast Park, waarin Torra Bay ligt. De ‘kustplaats’ blijkt een provisorische campsite op de ruige kuststrook, die vooral populair is bij vissers. Uniek om te zien en leuk om mee te maken.
Vanaf de Aba Huab Campsite kan je als alternatief voor deze route ook via de Brandberg naar Hentiesbaai rijden.
De gravelweg van Torra Bay naar Hentiesbaai strekt zich gladgestreken uit langs de kust, het lijkt bijna asfalt. Aan weerszijden roesten herinneringen weg aan vergane tijden, zoals oude scheepswrakken en een oude olieboortoren. Toppunt is toch het Cape Cross Seal Reserve, de grootste kolonie van pelsrobben in Zuidelijk Afrika.
We cityhoppen door naar Walvisbaai en Swakopmund. Hier genieten we weer even van de luxe van cafeetjes en restaurants. Bij de duinen van Swakopmund gaan we sandboarden; snowboarden (of sleeën) op zand. Er kunnen hier ook andere activiteiten worden gedaan zoals quadrijden.
Solitaire is een kleine verzameling huizen met een pomp, midden in de woestijn. De enige echte trekpleister is het tankstation, maar daaromheen zijn fijne aanvulling gerealiseerd, zoals een klein winkeltje, een bar en een bakkerij.
In de hitte begeven we ons in de Hilux met airco naar Sesriem, het dorp aan de rand van het Namib Naukluft National Park. Namib betekent vrij vertaald ‘open ruimte’, dat wordt hier duidelijk. Ook op de hoogste zandduin bij Sossusvlei zie je eindeloos zand. Afdalen naar ‘Dead vlei’, of Dodevlei brengt geen verkoeling, maar wel surrealistische plaatjes. Een erg bijzondere ervaring!
Goed, een echt resort moet je hier misschien niet verwachten, maar het komt in de buurt. We komen terug op de Solitaire Desert Farm maar huren dit keer een kamer. Dat is luxe, met airco, een lekker bed, heerlijk eten en een zwembad. Een goede plek om bij te komen van de hitte in de woestijn.
Naar de Spreetshoogte pas is het klimmen met de auto. Het levert een mooi uitzicht op. Onderweg zien we bavianen. Aan de andere kant van de pas zoeken we een camping op voor 4×4 enthousiasten, die we helemaal voor ons zelf hebben.
Blijf op de hoogte!
Ontvang een wekelijkse e-mail met de laatste blogberichten