Gelach en gejoel van een groepje tieners die een bus volproppen. Onze backpacks gaan bij voorkeur op het dak, maar omdat ze het voor elkaar gekregen hebben om ons vier keer de reguliere prijs te laten betalen mogen we volhouden dat we de tassen liever in het zicht houden. We worden dan al gewaarschuwd voor iets wat we ons nog niet voor kunnen stellen; niet alleen de stoelen worden gevuld, ook het gangpad – om en op onze tassen – en het dak van de bus worden afgeladen met mensen, terwijl we met hoge snelheid en onder luid getoeter langs een ravijn razen, op weg naar de hoofdstad. We zijn in Nepal!
Hoogtepunten
– Kathmandu’s Durbar Square en crematies aan de Bagmati rivier
– Nationaal Park Chitwan (witte neushoorn)
– Pokhara
– Annapurna gebergte
– Bandipur
Naar Nepal
We komen Nepal in vanuit Tibet en het is handig dat ze aan deze kant wél Engels spreken, lachen en behulpzaam zijn (niet dat de Tibetanen nou zo stug zijn, maar de Chinezen in Tibet willen nog wel een nauw kijken). We kopen onze visa on arrival, waarvoor we onze Amerikaanse dollars nodig hebben, en een buskaartje, waarvoor we beter hadden moeten onderhandelen. Dan moeten we wachten tot de bus vertrekt. We zijn ruim op tijd. We passeerden de grens om 9 uur Chinese tijd en de bus vertrekt om 11 uur, maar omdat de klok 2 uur en 3 kwartier achteruit gaat moeten we lang wachten tot de busrit van ons leven begint. Dan duurt het nog 7 uur tot we gesloopt in Kathmandu aankomen, waar we genoegen nemen met zo ongeveer het eerste hostel in Thamel, de toeristenwijk.
In het kort
We zijn in Nepal om te wandelen in het Annapurna gebergte, maar eerst bekijken we Kathmandu, National Park Chitwan en Pokhara. Vervolgens lopen we in 16 dagen het onvergetelijke Annapurna Circuit. Pokhara blijkt een heerlijke plek om daarvan bij te komen, maar we nemen ook nog de tijd om, weer op weg naar Kathmandu, Bandipur te bezoeken; een slaperig dorpje in de heuvels langs de Prithvy Highway. We zijn in totaal 5,5 week in dit heerlijke land, waar we het vaakst aan terugdenken.
Vervoer, eten en slapen
In de steden slapen we voor 450 tot 1000 rupees. Daarvoor mag je best een warme douche verwachten, maar vaak loont het om die even te testen als je niet direct een boiler ziet hangen. Daarbij kan je dan gelijk even je kamer aan een snelle inspectie onderwerpen: is het niet vochtig, is de matras een beetje zacht en zijn er stopcontacten? Stroom is er vaak niet heel de dag en gewoonlijk weet bijna niemand wanneer er dan (precies) wel stroom is, al schijnt dat gewoon in de krant te staan. Toch is het wel een beetje logisch dat er tussen 8 en 10 ‘s avonds vaak wel stroom is, dan kan je wel wat licht gebruiken en gelijk al je apparaten opladen.
We ontbijten op straat of bij een bakker. In Nepal vinden we weer lekker brood. Bij sommige bakkers hangt een bordje: ‘Discount after 8 pm’ – handig voor een goedkoop ontbijt de volgende ochtend. Lunch en diner kan je in een lekker restaurant krijgen – knap als je de rekening boven de 20 euro krijgt! Wil je veel voor weinig en bovendien traditioneel Nepalees eten, kies dan voor Dal Bhat, al is dat beslist geen reden om de YakDonalds in Kagbeni aan je voorbij te laten gaan!
De wegen in Nepal zijn slecht, stel je daar op in en bedenk daarbij dat dat geen reden is om de bussen niet stampvol te laden, noch om afstand te houden of af te zien van hard rijden en inhalen in de bocht. Als je zenuwachtig bent aangelegd, zoek dan een plekje achterin. Goede kans dat je door alle medepassagiers, waaronder kippen en geiten, meer meekrijgt van de chaos in de bus, dan die erbuiten. Een minibus is (iets) minder hectisch, een taxi helemaal voor jezelf. Natuurlijk allemaal met hun eigen prijskaartje. Wij geven daarom de voorkeur aan de local bus, zolang we niet op het dak hoeven te zitten (onze bagage laten we inmiddels wel met een gerust hart op het dak binden). Ter indicatie: voor de bus naar Sauraha, vanuit Kathmandu (een vrij toeristisch traject), betaalden we, na afdingen, 450 rupees per persoon.
Kosten
Nepal is goedkoop. Je moet je stevig uitleven om een Hollands budget op te maken, maar je kan er ook flink besparen door ook hier op je centen te letten. Door het openbaar vervoer te gebruiken, af te dingen op bijna alles en lekker te gaan trekken, kun je lang op reis zonder daar op leeg te lopen. De startkosten voor een bergtrek zijn vaak relatief hoog, maar het leven in de bergen is weer erg goedkoop. We gaven gedurende 41 dagen in Nepal met z’n tweeën slechts € 1075 uit. Bijzondere uitgaven waren de ACAP (2000 rupees p.p.) en TIMS (1699 rupees p.p.) voor het Annapurna Circuit en de visumverlenging (voor 15 dagen; 3150 rupees p.p.).
Reisschema
– 4 dagen Kathmandu
– 3 dagen Chitwan National Park (2 reisdagen naar en van, 1 dag jungletrek)
– 4 dagen Pokhara
– 16 dagen Annapurna Circuit
– 7 dagen Pokhara
– 3 dagen Bandipur (met reisdagen)
– 4 dagen Kathmandu
Blijf op de hoogte!
Ontvang een wekelijkse e-mail met de laatste blogberichten
Reacties
Bedankt voor deze (wederom) handige post en wat hebben jullie het er goedkoop vanaf gebracht! Waar hebben jullie je Nepalese visum verlengd?
Bedankt Jolein. Wij hebben ons visum in Pokhara verlengd. Kijk even in de Lonely Planet voor het precieze adres en wat je nodig hebt, zoals een foto. Nepal is echt zo leuk! Staat hoog op onze lijst 🙂
2x in dit prachtige land mogen zijn! Zeker niet de laatste keer geweest! Alles is bijzonder in Nepal!
Gaaf hè..hij staat ook zeker hoog bij onze favoriete landen 🙂