Op iets meer dan een uur rijden van Ho Chi Minh City bezochten we de Cu Chi tunnels. Een stuk van het netwerk van tunnels aangelegd door de Viet Cong, strijdtoneel van verschillende verschrikkelijke oorlogen, dat te bezichtigen is.
Als we langs de arbeiders in de sociale werkplaats voor slachtoffers van Agent Orange geleid worden, iets dat niet eens genoemd was in de tourbeschrijving, merkt Will (of Japie, zoals we de Engelsman in zijn bijzijn noemen) op dat het aanvoelt als een dierentuin. Bij elke arbeider zoek je onwillekeurig de verminking en de kunst die geproduceerd wordt is eigenlijk gewoon massaproductie.
Samen met alle andere toeristen komen we in één horde aan op de parkeerplaats van het complex. Grappig genoeg moeten we allereerst door een tunnel om bij het tunnelcomplex te komen. We volgen Jackie (uiteraard bijgenaamd: Jackie Chan) naar een onbetekenende open plaats in de jungle. Met 22 jaar gids-zijn weet hij precies hoe hij ons moet bespelen om de spanning op te bouwen. Dan, in één vloeiende beweging, trekt hij de junglegrond open, waar – echt niet te zien voor ons – een luik de ingang van een tunnel verborg.
Van ons gaat Jiska er als eerst in. Westerse schouders passen maar net door het gat, sommigen moeten hun bovenlijf zo’n beetje door het gat wrikken. Onder de grond zit je al snel op handen en voeten; de tunnel is misschien maximaal 1 meter hoog. Verschillende afslagen, waarvan enkele doodlopend, en mensen voor en achter je, de hitte van de jungle en een tweetal vleermuizen; de spanning loopt onherroepelijk op. Al na een kleine minuut is het verrassend lekker om weer boven de grond te zijn. De Vietnamezen moesten soms dagenlang onder de grond blijven, om te ontkomen aan de hevige bombardementen van de Amerikanen.
Die Amerikanen snapten er niets van. In hun tentenkamp op Cu Chi werden ze ‘s nachts alsmaar beschoten. Het duurde maanden voordat ze er achter kwamen dat, nauwelijks twee meter onder hen, de Vietnamezen ook een basis hadden. Jackie vertelt vol trots: “Hadden de Amerikanen een fatsoenlijke basis gemaakt, met gebouwen met een fundering, dan was het tunnelcomplex direct ontdekt. In plaats daarvan sliepen ze in tenten en hadden ze geen idee! That’s funny, no?”.
Wat ons betreft “No”. Temeer als we daarna langs een serie vallen geleid worden die werden ingezet om Amerikanen of Vietnamezen, wie er maar in trapte, op brute wijze te verwonden. De beste val, aldus Jackie, was er één die het slachtoffer slechts verwondde en weglopen onmogelijk maakte. Zo’n val trok hulp aan en kon zo, gecombineerd met nog wat vallen in de omgeving, meer slachtoffers maken.
Jackies record: een stuk of 20, met een val die je in je rugzak mee kan dragen. Een houten plaat met daarop een aantal metalen pinnen. Wie degene die er zijn voet op spietste te hulp schoot, werd opgeblazen door Jackie, die vanuit een beschutte plek overzicht had over het geheel en de 10 kilo bom aan de onderzijde van de plaat kon laten ontploffen.
Maar, genoeg nare verhalen! Tijd voor iets leuks! Voor maar $15 mogen we 10 kogels uit een AK-47 schieten. Dat wil iedereen wel eens proberen! En wie niet wil kan onder het genot van een maïskolf en de keiharde geweerschoten even wachten tot de tour verder gaat naar een documentaire over de verschrikkingen tijdens de oorlog, die niemand wil zien en uiteindelijk min of meer overgeslagen wordt.
“I just forget”, zegt Jackie, als ik hem vraag wat hij van de oorlog vindt. In zijn doffe ogen kan ik geen enkele emotie bespeuren. Ik vraag hem of hij het goed vindt dat hij de Viet Minh verdedigde. “Where you from?”, is de wedervraag, en wat ik er dan van vind dat Nederland zich binnen 5 dagen overgaf aan de Duitsers? “Dat bespaarde wellicht een hoop verder leed”, opper ik. Dat ontkent hij niet, maar als kind van een vader die het gedachtegoed van de Viet Minh deelde, en daarvoor werd vermoord, zag hij geen andere keus dan terugvechten.
En dat begrijp ik dan wel weer. De geschiedenis van Vietnam liegt er niet om. Aggressor na aggresor (Chinezen, Fransen, Vietnamezen, Amerikanen) kwam tot de tanden toe bewapend het land in, tot leed van de bevolking. Gezien het enthousiasme waarmee mensen, zelfs na het zien van de potentiële gevolgen, nog een machinegeweer ter hand nemen, kan je de strijd die de Vietnamezen hebben gevoerd (en de manier waarop ze dat een plaats geven) moeilijk veroordelen. Of klink ik dan te propagandistisch? Vrolijk schieten is aan mij in ieder geval niet besteed.
Blijf op de hoogte!
Ontvang een wekelijkse e-mail met de laatste blogberichten
Reacties
Goed weer gegeven dit heftige verhaal. De rode nagels staan wel bizar bij de schuilplaats. X
Mooi stuk Pim, wat een verschrikking moetnet daar geweest zijn.
Interessant om mee te maken. Verder mooi aan elkaar geschreven!
Thanks Jerry!
Wat een verhaal zeg, er is daar toch wel heel veel
Gebeurd.
Wel mooi om te lezen.
goed om te lezen maar je word er niet vrolijk van, wat een toestand is het daar geweest
Indrukwekkend!
Hoe was het om met de kalashnikov te schieten in rl?
PS: Dit bericht doet me denken aan iets wat je zeker ook nog kan herinneren. Maar achteraf blijkt het een denkfail te zijn.
PIET RETIEF en de bloed rivier.
Haha, is ver weg van jullie maar ergens deed Vietnam me denken aan geschiedenis op het CLD, en dan aan piet retief lol.
I remain,
Jasper
Dit was voor ons ook een belevenis! Heel indrukwekkend.
groet
Marijke Postma
Thanks voor de post. Heb net al jullie Vietnam posts gechecked voor nog wat tips 🙂
Gaan over enkele dagen richting HCMC.
Leuk! Heel veel plezier daar en een goede reis 🙂