Voor wat ik graag mijn eerste intercontinentale werkgerelateerde reis noem, vlieg ik naar Tanger, een Marokkaanse stad aan de zuidkant van de Straat van Gibraltar. Mijn bezoek is helaas kort, dus ik probeer het meest te halen uit twee uur in Tanger.
Natuurlijk ben ik feitelijk wel meer dan twee uur in de omgeving van Tanger. Na mijn landing op vliegveld Ibn Batouta, neem ik een taxi dwars door de stad. Aan de oostkant pikt de chauffeur eerst sigaretten en dan de kustroute op, richting Port Tanger Med, een gloednieuwe haven en één van de grootste van Noord-Afrika. Tevens is Port Tanger Med passagierterminal voor de ferries uit Spanje. Aan de haven breng ik een werkgerelateerd bezoek, dat ook een twee uur durende rondleiding door het havengebied omvat. Een unieke belevenis dus.
Daarna neem ik een taxi naar de stad, dit keer over de snelweg, op zo’n uurtje rijden (60 kilometer) buiten de spits. Ik laat mij afzetten bij de medina, het oude centrum van de stad. Het is een doolhof van straatjes, steegjes en trappetjes en ontoegankelijk voor auto’s. Een leuk gebied om in te overnachten; dat doe ik in een klein hotelletje aan de rand van de medina, Dar el Kasbah, vrij vertaald iets van “huis bij de kashbah”. De kasbah is het verdedigbare deel van de medina, ommuurd en hooggelegen. Ik zit dus goed.
Via TripAdvisor kom ik op het bestaan van een “Tombe van Ibn Batouta”, een naam die me dan nog niets zegt. Na wat lezen kom ik erachter dat de tombe is geplaatst ter nagedachtenis van Ibn Batouta, één van de grootste reizigers aller tijden die in 1324 vertrok op een veelomvattende reis vanuit zijn geboorteplaats, Tanger. Zijn tombe schijnt moeilijk te vinden te zijn, ergens in de medina. Twee uur in Tanger is genoeg, zeker als de locals me de weg wijzen.
Met mijn missie geslaagd, trakteer ik mijzelf op een lekkere avondmaaltijd bij Maison Grill Kasbah waar ik goede aanbevelingen ontvang van Bilal, mijn bijna persoonlijke ober, die er alles aan doet om het me gemakkelijk te maken. Ik krijg een tajine met malse kip en wat groenten in lekkere kruiden voorgeschoteld, met ernaast een mooie salade. Genieten van de Marokkaanse keuken is geen opgave. Ik sluit af met een muntthee, zoals ik veel locals die avond heb zien doen in de drukke theehuizen rond de medina.
’s Ochtends doe ik nog een rondje. De stad is nu stil. Het is zaterdagochtend en er is weinig leven op straat behalve dat van schoonmakers en zwerfhonden en -katten. Een regenbui heeft de straatjes van de medina schoongespoeld, al blijft er een vage vochtige afvallucht hangen tussen de dicht op elkaar gebouwde huizen. Ik maak foto’s van het straatbeeld en opvallend veel van de voordeuren van huizen, die allemaal uniek zijn, elk een kunstwerkje van de bewoner.
Daarna moet ik helaas al snel weer vertrekken, Tanger heb ik dan nog niet écht gezien. Wel weet ik nu dat het de moeite waard is, en ook relatief eenvoudig te bereiken is met de ferry vanuit Spanje. Een plek om te onthouden dus.
Blijf op de hoogte!
Ontvang een wekelijkse e-mail met de laatste blogberichten