We crossen op onze eerste twee landsgrenzen met onze camper af, tijdens een roadtrip naar Zuid-Frankrijk. Zover komen we niet direct, omdat bij een oude wagen ook wat gebreken blijken te horen. Een kleine update.
De camper is even oud als wij zijn. Dat is voor een Volkswagen camper alleen wel oud. Net voor we vertrekken komt ‘ie met wat opknapwerk weer door de APK heen. Daarbij laten we hem ook nog wat verder nakijken. Er komt aan het licht dat de koppeling ook aan vernieuwing toe is, willen we in Frankrijk een berg op kunnen rijden. Net voor we willen vertrekken is alles in orde om te gaan.
Tot net voor Sint-Niklaas loopt ‘ie als een zonnetje. We tuffen vrolijk op de rechterbaan met een topsnelheid van 90km per uur als we opeens een beetje slingeren en zo voelen dat er iets niet goed zit. We parkeren op de vluchtstrook en kijken kort of we iets kunnen ontdekken. De centrale moer op het achterwiel blijkt een stuk los te zijn gekomen. Van de splitpen, die de moer moet borgen, ontbreekt elk spoor.
Een paar uur later zijn we weer op weg geholpen door de ANWB en hun Belgische partners. Het enige wat we eraan overhouden is een nieuw geluid tijdens het rijden. Dat horen we een tijdje en is dan weer even weg. We kunnen ons niet helemaal aan de indruk onttrekken dat we die avond een beetje hinkepotend op de camping aankomen. Daar slapen we heerlijk in de camper om de volgende dag weer met frisse moed door te zetten richting Bretagne.
Via Mont Saint-Michel rijden we door tot een camping in Noord-Bretagne. Daar constateren we dat de moer op het wiel weer speling heeft. De provisorische borgpen van de Belgische Touringclub – een stuk ijzerdraad – houdt het wiel nog op z’n plek, maar het lijkt ons wat gewaagd om hiermee te lang verder te rijden. We schakelen in ons beste Frans een lokale garage in, die de volgende dag nog wel een gaatje heeft. Demain, dix heur! Bien. We overnachten nog een nachtje op dezelfde camping in de buurt.
De monteur constateert speling op het achterwiel, die hij niet kan verhelpen. Hij adviseert ons door te rijden naar een grotere stad. Daarop bellen we ANWB weer even, voor de zekerheid. Krap twee uur later rijdt er weer een transportwagen voor, dit keer om ons en de camper te vervoeren naar de garage. Na enkele uren in de kantine/receptie van de Peugeot garage wordt ook hier duidelijk dat het vandaag niet repareren is. Demain, midi! Bon. De ANWB regelt een taxi en bed en breakfast.
We kunnen er wel om lachen. Het is niet helemaal wat we van het ‘camperavontuur’ verwacht hadden, maar slecht hebben we het niet. We kijken elkaar vrolijk aan, als we een eenvoudig maar niet minder lekker diner gepresenteerd krijgen van de hostess in de gesponsorde B&B, omdat we voor dichtstbijzijnde dorp nu zo’n 20 minuten moeten lopen. Wat een pech!
Blijf op de hoogte!
Ontvang een wekelijkse e-mail met de laatste blogberichten