Vanuit Italië rijden we de grens over om te werken en reizen door Slovenië en Kroatië. Het zijn de laatste dagen van onze vakantie, daarom zoeken we allereerst een plek om te werken. De vereisten? Vrij zicht op de hemel, genoeg schaduw voor de camper, wat sanitair en een klein beetje elektriciteit. Oh, en een droom voor de boeg!
Zwetend zitten we op een klein kiezelstrand ten noorden van Triëst, in het noordoosten van Italië, dichtbij de grens van Slovenië. We hebben een stukje gelopen om nog even het strand te zien en te zwemmen, voor we het binnenland van Slovenië inrijden, waar de temperaturen aangenamer zijn. We bestellen online een tolvignet en kopen nog één Italiaans ijsje bij een gelateria vlak voor de grens. Dan rijden we weer een nieuw land binnen.
Slovenië is geen gigantisch land en we zijn al snel op het platteland op een uurtje ten zuiden van Ljubljana. De streek spreekt ons direct aan. Er zijn uitgestrekte landerijen, afgebakend door beboste heuvels aan de horizon. De landbouw lijkt kleinschalig; zelden is een veld volledig beplant, vaker slechts stroken. Des te meer zien we moestuinen. In veel tuinen bij huizen groeien de tomaten, courgettes en bonen weelderig. Ook midden in de landerijen zien we vaak stroken die als moestuin zijn bestemd. En er zijn fruitbomen, heel veel fruitbomen, vol appels en pruimen.
Zo is het ook bij de Tekavča Ograda boerderij, een boerencamping die we hebben uitgezocht op de Park4Night app. Hier kunnen we betaalbaar overnachten in de boomgaard. Aan onze eisen wordt ruimschoots tegemoet gekomen. In lijn met eerdere ervaringen met Starlink satelliet internet in Europa kunnen we ook hier prima satelliet internet ontvangen. We staan lekker in de schaduw en de temperatuur is aangenaam. De faciliteiten van de camping zijn tip-top in orde om goede werkdagen te maken.
Omdat we lekker in de schaduw staan, krijgt ook het zonnepaneel maar weinig stroom. Met de laptops, telefoons en zeker ook de schotel aan de stroom, trekt de omvormer de accu dagelijks zo’n 30% leeg (60Ah, 12v). Na een paar dagen werken, nemen we een dagje verblijf mét stroom af. In één dag laadt dan de acculader de accu weer vol. We laden gelijk de accu van Jiska’s ebike op, want buiten werktijden pakken we onze kans om de nieuwe omgeving te verkennen. Er zijn grotten die een rivier overspannen, goed als doel voor een behoorlijke fietstocht. Er is ook een groot meer, dat natuurlijk helemaal droog ligt nu, maar toch goed is voor een rondrit. We maken zelfs even een klimmetje de bossen in, op de helling van één van de heuvels rond de vallei. Daar treffen we een waarschuwingsbord voor beren.
Dat zoek ik nog eens na, en inderdaad, beren zijn een gegeven in deze streken van Slovenië. We besluiten een poging te wagen ze te zien en vinden de zoon van de boer bereid om ons voor een vergoeding naar een wildkijkhut te brengen. De hut kijkt uit op een veld waar hij dagelijks fruit of brood brengt. Dat houdt de beren weg van de boomgaarden en moestuinen rond de dorpen in de omgeving.
Omdat we het de eerste avond niet treffen zitten we ook een tweede avond van 6 tot 10 op onze post. Ook dan hebben we geen geluk; beren zien we niet. Wel een goudjakhals, 5 vlaamse gaaien en een groene specht. De boerenzoon kan het bijna niet geloven. Misschien moeten we nog wat stiller leren zitten. Maar een doorreis naar Kroatië staat gepland voor de volgende dag.
De doorrit doen we op vrije dagen, zodat we lekker de tijd kunnen nemen en niet zo veel eisen hoeven te stellen aan een slaapplaats. Zo komen we via binnenwegen aan bij een kleine grenspost van Kroatië, waar niet minder secuur de auto wordt doorzocht op verboden middelen. We komen goed en eigenlijk ook best gezellig door de keuring en vervolgen nieuwsgierig onze weg door Kroatië, wéér een nieuw land! Dat lijkt op plaatsen een beetje vervallen, maar er is beslist ook veel mooie natuur. De helderblauwe kuststroken kunnen zo op de cover van een reismagazine. We slapen in het rustige binnenland bij Otočac op de camperplaats, waar de WC en elektra kapot zijn en nodig eens gemaaid moet worden, maar ook de slagboom niet meer functioneert en er zo gratis plek is.
In nog een dag rijden we naar de toeristenhaven van Split, wederom tolroutes vermijdend en daarom op binnenwegen waar we het lekker rustig aan kunnen doen. We rijden uren door het heuvelachtige landschap, met af en toe een dorpje of stadje, tot we toch een stukje snelweg krijgen: de weg langs Split. De eerste afslag is voor ons en al snel rijden we de haven in waar een hele rij veerboten liggen te wachten op passagiers naar één van de eilanden voor de kust. We halen de fietsen van de auto voor een goedkopere overtocht in de klasse onder 5 meter en parkeren dan in de rij voor de boot naar Vela Luka, een stadje op het eiland Korčula. We zijn ruim op tijd en moeten nog even geduld hebben in de hitte. Gelukkig zijn ze hier ook op de hoogte van Italiaans ijs.
Rond half 6 wordt het een drukte van jewelste op de pier. In de gezellige chaos gaan mensen tegelijk de boot op en af. Mensen worden uitgezwaaid en opgehaald. Wij staan het op ons gemak gade te slaan bij de auto, keurig vooraan in de rij met een hek ervoor. Het komt allemaal vanzelf goed en ook wij vinden een plekje op de boot. 2,5 uur later komen we in het donker aan op het eiland. Het werken en reizen door Slovenië en Kroatië vindt hier vervolg en we kunnen weer een droom gaan waarmaken! Dat is voor een volgend verhaal.
Blijf op de hoogte!
Ontvang een wekelijkse e-mail met de laatste blogberichten