Wildkamperen in Mongolië

Naast het slapen in een ger, kamperen we tijdens onze 18 daagse tour zes keer in het wild. Onze gids en driver zoeken een mooie plek voor ons waar we ons tentenkamp kunnen opzetten.

Na een lange dag rijden vinden onze gids en driver een prachtige plek om het tentenkamp op te zetten. Een goede plek vinden lijkt makkelijk in Mongolië, omdat hele stukken land leeg zijn en je daar gewoon je tent mag opzetten. Maar kamperen op een open vlakte met veel wind, of met een natte ondergrond of langs de rivier met veel muggen is niet fijn. Dus wordt het toch nog een beetje zoeken voor een fijne plek.

Nadat Tasja de auto een paar keer heeft verzet rond eenzelfde stukje grond, laden we eerst de auto uit om vervolgens onze tenten op te zetten. We gaan op zoek naar een zo recht mogelijk plekje met weinig stenen. Zetten de tenten op, rollen de dunne slaapmatjes uit. Iedereen legt twee slaapzakken klaar voor de nacht.

Terwijl wij onze slaapplek klaarmaken is Boogii al aan het koken. Voordat we aan tafel gaan maken we een wandelingetje in de omgeving. Pim klimt meestal een berg of rotsblokken op, Gonda gaat voor een wat langere wandeling en Nienke en ik lopen een stukje om vervolgens ergens neer te ploffen en tijdens het kijken naar de zonsondergang lekker te kletsen.

Als het buiten niet te koud is, eten we rond onze kleine opzettafel. Boogii zorgt goed voor ons. Vaak krijgen we ‘s avond een heerlijke soep, zodat we warm ons bed in kunnen. Als het te koud is, eten we of met z’n zessen in de auto of maken we een lekker kampvuur van wat hout en yakpoep. Bij het kampvuur kunnen we ons nog lekker warm houden en wat ‘natafelen’, voordat we ons bed induiken.

Met thermokleding aan kruip ik mijn slaapzak in en maak ik het warmer door nog een slaapzak om mij heen te slaan. Pim is ondertussen op zoek naar een goede slaaphouding. Door de harde bedden in de gers en de harde ondergrond tijdens het kamperenn, wordt dat naarmate de tour langer duurt steeds moeilijker. ‘s Nachts uit je tent om te plassen is best koud, maar ook wel erg mooi. De meeste nachten hebben we namelijk een heldere lucht waardoor we enorm veel sterren zien.

Als ik ‘s ochtends de tent openrits, geniet ik elke keer weer van de prachtige natuur in Mongolië. Al slapen we naast hoge rotsen, in een vallei of naast een bevroren meer, elke ochtend stap ik vrolijk de tent uit. Daarom is het zeker de moeite waard om, naast het slapen in gers, te kamperen.